Fruit of groenten: wat is het verschil?

fruit of groenten

Fruit of groenten: wat is het verschil?

Fruit of groenten? Over het algemeen is de zaak duidelijk: wie zijn moestuin ingaat en sla snijdt, worteltjes uit de grond haalt of erwten uit de grond haalt, oogst groenten. Wie appels of bessen plukt, oogst fruit. En ook op de groente- en fruitafdeling is het niet moeilijk om de een van de ander te onderscheiden. Vruchten zijn allemaal eetbare vruchten.

Botanisch verschil tussen groenten en fruit

Botanisch gezien is echter alles wat uit een bevruchte bloem ontstaat een vrucht. Tomaten en paprika’s zijn dus net zo goed fruit als peren en krenten. Men spreekt echter niet van fruit, maar van vruchtgroenten. Omgekeerd zijn groenten alle eetbare delen van planten behalve de vruchten. Groenten worden daarom onderverdeeld in blad- en bladstengelgroenten (mangold), wortel- en knolgroenten (wortelen en rode biet), uiengroenten (sjalotten) en peulvruchten (bonen). Rabarber levert dus duidelijk: groenten. De jonge stelen worden zoet bereid, als dessert, of gebruikt om een ​​fruitcake te bakken. Daarom duikt steeds de vraag op of rabarber niet meer een vrucht is.

Een bijzonder spannend voorbeeld dat laat zien hoe moeilijk het is om een ​​duidelijk onderscheid te maken tussen groenten en fruit, zijn de komkommerachtigen. Gigantische pompoenen vormen grote, ronde vruchten, komkommer of courgette langwerpige vruchten. Botanisch gezien zijn al deze vruchten bessen. In het gewone spraakgebruik zouden bessen als fruit worden geteld. Voor botanici tellen ze echter duidelijk als groenten.

Het wordt nog vreemder als je botanisch kijkt naar wat gewoonlijk wordt begrepen als bessen. Frambozen, bramen of aardbeien zijn geen bessen in de informele zin van het woord, maar zogenaamde verzamelvruchten. Uit elk afzonderlijk vruchtblad van een bloem ontwikkelt zich een vrucht. Bij aardbeien zie je dit duidelijk aan de pitjes die zich aan de buitenkant van de vrucht verzamelen. En in frambozen- en bramenjam zie je dat aan het kraken van de pitten.

Welke criteria spelen een rol bij de classificatie?

Afgezien van dergelijke gekibbel, zijn er duidelijke, real-world definities van groenten en fruit. De tuinbouw biedt er een. Men spreekt hier van fruit voor zowel fruit als groente, maar er wordt onderscheid gemaakt naar plantengroep: Fruit is dus de vrucht van houtachtige planten, d.w.z. bomen en struiken.

De voedseldefinitie verwijst specifiek naar de vegetatiecyclus van de planten. Fruit groeit meestal aan vaste planten zoals de kersenboom of aardbeienstruik. Groenten zijn meestal afkomstig van eenjarige planten. Het wordt keer op keer gezaaid en wordt meestal in één seizoen gekweekt, zeldzamer om de twee jaar, zoals pastinaak. Maar op elke regel zijn uitzonderingen: mierikswortel is een vaste plant. Asperges komen ook elk jaar terug. Met name in wilde groenten zijn veel vaste planten te vinden. Paardebloemen kunnen elk jaar in het vroege voorjaar worden gebleekt en geoogst.

En nu komt het: exotische en warmteminnende groenten zijn meerjarig in hun thuisland. Bij ons hoef je ze vanwege het klimaat maar één keer per jaar te kweken. Zo is de meloenpeer, ook wel pepino genoemd, een vaste plant maar vorstgevoelig. Hij staat tussen vaste planten en onderheesters omdat hij aan de basis houtachtig is. Alsof dat nog niet genoeg is, zijn pepino’s of meloenperen verwant aan tomaten en paprika’s, dus vruchtgroenten, maar hun smaak doet denken aan suikermeloenen.

Deel dit artikel